Ten titel van waarborg en als borgstelling voor de schade die veroorzaakt kan worden aan het gehuurde goed dan wel aan de voorwerpen die deel uitmaken van het gehuurde goed, zal de huurder voorafgaandelijk, of uiterlijk op het ogenblik van intrek in het gehuurde pand, de som van (€ 300,00) drie honderd euro EUR betalen.
Deze som, dewelke geen intresten zal opbrengen, zal terugbetaald worden aan de huurder van zodra deze kan bewijzen dat:
- het geheel van betalingen die door hem verricht moeten worden integraal voldaan werd;
- geen enkel meubel, voorwerp, linnengoed verwijderd, beschadigd of bevuild werd of, zo dit wel het geval is, het opnieuw hersteld werd, dan wel door een identieke zaak vervangen werd; en dit in samenspraak met de verhuurder wiens aanvaarding terzake vereist is;
- de gehuurde goederen geen enkele waardevermindering hebben ondergaan en in propere staat zijn achtergelaten (kasten, vuilnisbakken en koelkasten helemaal schoongemaakt, sanitaire ruimtes, elektronische huishoudapparatuur, vaatwasmachine, enz.).
- De huurder verbindt er zich nu reeds toe om het surplus te betalen indien blijkt dat de waarborg ontoereikend was.